Kosmisch geregeld

Wat komt daar aan? We zien een auto naderen. Al wandelend in ons geliefde bosgebied, tuur ik in de verte. Terwijl de auto dichterbij komt, herken ik naast de tegemoet rijdende auto het silhouet van een loslopende hond. “O, dat is ook een manier om je hond uit te laten”, denk ik nog. En daarna corrigeer ik mezelf meteen met: “Niet te snel oordelen Els”. Omdat de weg smal is en onze hond fel kan zijn tegen onbekende honden, wijken wij uit naar het ernaast gelegen grasveld. Onze hond lijn ik aan zodat de man moeiteloos voorbij kan gaan. Maar iets in mij voorvoelde al dat deze man, die zijn hond inmiddels bij zich in de auto had geroepen, niet zomaar zou passeren. En zowaar, hij zet zijn auto stil naast ‘ons’ veld en begint naar ons te wijzen, te roepen en te gebaren. Behalve dat hij een andere taal spreekt dan wij, belet onze blaffende hond – komisch genoeg – dat wij hem kunnen verstaan. Wij wijzen naar onze oren en halen verontschuldigend onze schouders op. Zijn boodschap, iets in de trant van dat wij daar niet mogen lopen, komt verpakt in een energie van boosheid en agressie op ons af en bereikt ons toch. Mijn hartslag is inmiddels gestegen en ik voel bij mezelf boosheid en agressie opkomen. En al gauw komt er stoom uit mijn oren. “Wat denkt die man wel dat hij mij kan vertellen waar ik wel en niet mag lopen?” Geheel tegen mijn verwachting in kiest de man ervoor geen achtervolging in te zetten en met onverrichter zaken zijn weg te vervolgen.

“Oja? Was het echt met onverrichter zaken?” …….
……. Thuisgekomen begin ik aan mijn huiswerk: “Hoe is het mogelijk, wonen we hier ‘in de middle of nowhere’, kom je alsnog een stuk onverlaat tegen die je wil vertellen wat je wel of niet mag doen. Maar waar komen dan al die emoties vandaan? Wat wordt hier getriggerd?” Ik graaf in mijn geheugen en vraag aan mezelf: wie was in mijn leven degene die mij soortgelijk gevoel van onbehagen kon geven als ik net lekker met iets bezig was? Zo onverwachts zijn boosheid en frustraties over mij heen kon kiepen en ik geen idee had wat ik mis gedaan had? Aha, mijn papa en dan ook nog in opdracht van mijn mama, die geen last van ons kinderen wilde hebben.

Achteraf bezien was het een slapstick. Alsof die man achter een boom op ons had staan wachten speciaal om ons nog te wijzen op een flink stuk oudercomplex. Wanneer ik hem in de stad was tegengekomen, had ik hoogstwaarschijnlijk mijn schouders opgehaald.