Reddersyndroom
Op de boerderij, in onze veldschuur gebeurde iets bijzonders. Een roodborsttapuitkoppel besloot onze tot buitenkeuken omgetoverde schuur tot kraamkamer te promoveren. We zagen ze aanvliegen met plukjes gras, hun schichtige blikken als we te dichtbij kwamen, en uiteindelijk, het onvoorstelbare: leven.
Een nestje.
Minieme, haast niet te bevatten kuikens. Zachte piepjes, ijverig gevoeder, een klein wonder in een spleet tussen balk en muur.
We fantaseerden. Misschien zouden ze ons herkennen. Misschien zouden ze op een dag op onze schouders landen, terwijl wij daar rustig in onze keuken zouden vertoeven. We voelden ons stilletjes uitverkoren.
Tot we op een avond een kuiken op de grond vonden. Te vroeg, te kaal, koud.
Ons hart kromp. We hadden de ouders zó zien zwoegen. En dan dit – een klein klompje leven, achteloos uit het nest gegleden. Of… gegooid?
We deden wat mensen doen. We redderden. Met de fijnste vingers en het grootste morele gelijk zetten we het kuiken terug in het nest. Kijk ons eens. Menselijke compassie in actie.
Die zelfde avond hoorden we tumult bij het nest, wat zenuwachtig gefladder. Gelukkig gingen de ouders door met voeren. Opgelucht schoven we terug aan tafel. De wereld klopte weer. We konden met gerust hart gaan slapen.
Tot de volgende ochtend.
We zagen een ander kuiken op de grond. Flinker, sterker, levendiger. Terwijl het op de grond zat werd dit bolle pluizige kuiken wél gevoerd. En even later: ons scharminkel-kuiken weer plat op de grond. Ons hulpeloze, geredde kuiken. Daar lag het weer. Dood nu. Als een hint. Een stille correctie.
De natuur had haar keuze al gemaakt. Zonder onze bemoeienis. Juist zonder.
En daar stonden wij. Redders. Moreel superieur. Te kijken naar een klein drama dat eigenlijk geen drama was, tenzij je het, zoals wij, volplakt met menselijke projecties.
De les? Soms moet iets gewoon… vallen. En soms is het redden van een kuiken niet veel meer dan het onderbreken van een proces dat ouder is dan empathie.
We zetten koffie en keken naar het nest. De ouders vlogen af en aan. De overlevers groeiden. Het zielige kuiken hebben we laten liggen.
Soms is iets laten liggen het beste wat je kunt doen.
Voor het kuiken. En voor jezelf.